Afstamming van ridder Henrick van Eijnatten (1485-1544).

Ridder van de Duitse Orde, Commandeur en Heer van Gemert

Het gezin Dirks - van der Heijden heeft een concubinate afstamming met de adellijke ridder Henrick van Eijnatten (1485 - 1544). Via een reeks volgen we veertien generaties tot bij Henrick. Hij stamt af van het oude adellijke geslacht VAN EIJNATTEN uit het voormalige hertogdom Limburg.
Henrick was Ridder van de Duitse Orde, Commandeur en Heer van het Brabantse Gemert. Als zodanig had hij de gelofde van kuisheid afgelegd. Ondanks dat Henrick die gelofte had gedaan, leefde hij te Gemert in concubinaat "een langer durende samenleving in ongehuwde staat" met Maria Jan Evertsdochter van Handel. Uit deze relatie werden acht kinderen geboren, die allen de naam Van Eijnatten kregen, maar geen adellijke titel.
Een van deze acht kinderen was Sophia Hendriksdr van Eijnatten. Zij huwde in 1551 te Helmond met glasmaker Petrus Adrianus "van Weert" van Amstel (zie generatie 13). Petrus' familie komt generaties lang voor in het Hertogdom Brabant en behoort tot het geslacht VAN AMSTEL. Deze is beter bekend als de "Heren van Amstel", ookwel "Heeren van Aemstel". De familie stamt af van Gijsbrecht IV van Amstel, die in 1296 betrokken was bij de moord op Floris V, graaf van Holland. Hierover schreef de dichter Vondel een toneelstuk. Een ander familielid is de bekende zeevaarder en -held Jan van Amstel, die in Gemert werd geboren en te Schijndel is begraven.

een Duitse Ridder met het familiewapen van Van Eijnatten

Ervolgt een afstammingsreeks van generatie 1 tot en met 14 naar Heer en Ridder Henrick van Eijnatten. Te starten met Elisabeth Maria van der Heijden (generatie 1), gehuwd met Aloysius Henricus Johannes Dirks. De reeks volgt niet continu de rechte mannelijke of de vrouwelijke lijn, maar de afstammingslijn tot bij Henrick van Eijnatten. Die voorouders zijn in de tekst van de reeks in "vet" aangeduid.

Generatie I

Aloysius Henricus Johannes (Wiel) DIRKS, geboren op 05-07-1911 te Roermond, overleden op 05-01-1992 te Heerlen, gecremeerd op 09-01-1992 te Heerlen. Schoenmaker, mijnwerker, koster.
Zoon van Joannes Hubertus Dirks en Hendrika Catharina van Emden.

Gehuwd op 14-08-1941 te Heerlen, gehuwd voor de kerk (rk) op 16-08-1941 te Heerlerheide Heerlen met

Elisabeth Maria (Lies) VAN DER HEIJDEN, geboren op 09-09-1911 te Lintorf (Duitsland), overleden op 30-07-2005 te Heerlen, gecremeerd op 04-08-2005 te Heerlen.
Dochter van Wilhelmus van der Heijden (zie generatie 2) en Wilhelmina Schwarz.
Uit dit huwelijk vijf kinderen.

Generatie II

Wilhelmus VAN DER HEIJDEN, geboren op 13-12-1882 te Uden, overleden op 10-05-1949 te Heerlen, begraven op het
rk-kerkhof te Treebeek - Brunssum. Fabrieksarbeider, mijnwerker.
Zoon van Antonius van der Heijden en Johanna Maria de Groot (zie generatie 3).

Gehuwd op 25-11-1910 te Angermund (Duitsland) met

Wilhelmina SCHWARZ, geboren op 14-12-1887 te Lintorf (Duitsland), overleden op 20-09-1960 te Brunssum, begraven op het rk-kerkhof te Teebeek - Brunssum.
Dochter van Hubert Daniël Schwarz en Elisabeth Siebertz.
Uit dit huwelijk twaalf kinderen, met als eerstgeborene : Elisabeth Maria (Lies) van der Heijden (zie generatie 1).

Generatie III

Antonius VAN DER HEIJDEN, geboren op 08-06-1857 te Uden, overleden op 13-01-1938 te Uden. Arbeider. Zoon van Cornelius van der Heijden en Ida van Donzel.

Gehuwd op 19-06-1880 te Uden met

Johanna Maria DE GROOT, geboren op 17-09-1853 te Uden, overleden op 09-07-1906 te Ratingen (Duitsland).
Dochter van Willem de Groot en Jo(h)anna Maria van Lieshout (zie generatie 4).
Uit dit huwelijk : Wilhelmus van der Heijden (zie generatie 2).

 Generatie IV

Willem DE GROOT, geboren op 20-07-1813 te Uden, overleden op 15-01-1877 te Uden.
Arbeider, bouwman, landbouwer. Zoon van Antonius (Antonij) de Groot en Josina de Groot.

Gehuwd op 30-08-1845 te Uden met

Jo(h)anna Maria VAN LIESHOUT, geboren op 16-10-1821 te Uden, overleden 05-02-1902 te Uden.
Dochter van Adrianus (Arie) van Lieshout en Petronella Hoevenaars (zie generatie 5).
Uit dit huwelijk : Johanna Maria de Groot (zie generatie 3).

Generatie V

Adrianus (Arie) VAN LIESHOUT, gedoopt (rk) op 20-05-1788 te Uden, overleden op 11-01-1869 te Uden. Bouwman.
Zoon van Joannes Petri van Lieshout en Hendrina Adriaans Derks.

Gehuwd op 06-02-1819 te Uden met

Petronella HOEVENAARS, gedoopt (rk) op 13-02-1797 te Uden, overleden op 20-02-1854 te Uden.
Dochter van Arnoldus Joannes Petrus Hoevenaars en Maria Franciscus van de Reijt (zie generatie 6).
Uit dit huwelijk : Jo(h)anna Maria van Lieshout (zie generatie 4).

Doopakte (rk) van Petronella Hoevenaars, gedoopt op 13-02-1797 te Uden (generatie 5).

Generatie VI

Arnoldus Joannes Petrus HOEVENAARS, gedoopt (rk) op 03-03-1767 te Uden, overleden op 26-11-1816 te Uden.
Zoon van Jan Peter Hoevenaars en Maria Arts Broeren.

Gehuwd r.k. (1) op 16-02-1795 te Uden met

Maria Franciscus VAN DE REIJDT, gedoopt (rk) op 08-10-1769 te Veghel, overleden op 14-04-1805 te Uden.
Dochter van Franciscus Willem (Francis) van de Reijdt en Theodora Wilhelmus Adriaan Timmers (zie generatie 7).
Uit dit huwelijk : Petronella Hoevenaars (zie generatie 5).

Generatie VII

Franciscus Willem (Francis) VAN DE REIJDT, geboren in 1737.
Zoon van Wilhelmus Franciscus van de Reijdt en Anna Maria Lambertus Adriani van Geffen.

Gehuwd voor de kerk (rk) op 30-01-1763 te Veghel met

Theodora Wilhelmus Adriaan TIMMERS, geboren op 28-11-1742 te Veghel.
Dochter van Wilhelmus Adrianus Timmers (zie generatie 8) en Elisabeth Theodorus Janssen (Dirckx).
Uit dit huwelijk : Maria Franciscus van de Reijdt (zie generatie 6).

Generatie VIII

Wilhelmus Adrianus TIMMERS‏‎, gedoopt op 0‎1-10-1705 te Dinther, overleden ‎31-12-1765 te Veghel.
Zoon van Adrianus Joannes Timmers (zie generatie 9) en Anna Wilhelmus Hendricx.

Gehuwd (schepenbank) op 08-02-1728 te Veghel met

Elisabeth Theodorus JANSEN (Dirckx), gedoopt (rk) op 12-09-1704 te Veghel, overleden onbekend.
Dochter van Dirk Jansen en Petronella Hendrickx.

Uit dit huwelijk : Theodora Wilhelmus Adriaan Timmers (zie generatie 7).

Doopakte (rk) van Wilhelmus Adrianus Timmers, gedoopt op 0‎1-10-1705 te Dinther.

Generatie IX

Adrianus Joannes (Janssen) TIMMERS, geboren ca 1674 te Heeswijk, overleden op 20-12-1710 te Veghel.
Zoon van Joannes Petrus Timmers en Hilleke Adrianus van Amstel (zie generatie 10).

Gehuwd (rk) op 24-02-1703 te Dinther, gehuwd (schepenbank) op 25-02-1703 te Dinther met

Anna Willem HENDRICX, gedoopt (rk) op 16-02-1679 te Veghel, overleden onbekend.
Dochter van Wilhelmus Henrici en Anna NN.

Uit dit huwelijk : Wilhelmus Adrianus Timmers (zie generatie 8).

Generatie X

Joannes Petrus TIMMERS, geboren op 12-03-1634 te Heeswijk, begraven op 23-03-1694 te Heeswijk. Zoon van Petrus Joannes Timmers en Maria Joannes Elias.

Ondertrouw 25-06-1661 Geffen en gehuwd (nederduits gereformeerd) op 10-07-1661 te Geffen met

Hilleke Adrianus VAN AMSTEL, geboren ca. 1638 te Heeswijk, begraven 14-07-1700 te Heeswijk.
Dochter van Adrianus Henricus van Amstel (zie generatie 11) en Lijsken Jacob Jan Lamberts.

Uit dit huwelijk : Adrianus Joannes (ook Janssen) Timmers (zie generatie 9).

Generatie XI

Adrianus Henricus VAN AMSTEL, geboren ca. 1585 te Gemert, overleden ca. 1643 te Geffen.
Zoon van Henricus Petrus van Amstel (zie generatie 12) en Hilleken Hildegunda Jansdr van der Aa.

Gehuwd met

Lijksken Jacob Jan LAMBERTS, geboren ca. 1585, overleden ca. 1659 te Geffen.
Dochter van Jacob Jan Lamberts en NN.

Uit dit huwelijk : Hilleken Adrianus van Amstel (zie generatie 10).



Extract uijt het schepen protocolle van Geffen uijt seeckere erffscheijdinghe ende deijlinghe gehouden tusschen de kinderen ende erffgenamen wijlen Adriaen Handrickx van Amstel ende Lijsken dochtere Jacob Jan Lamberts zijne huijsvrouwe d.d. 09-10-1659.

Als volgt :
Condividenten beloven Handrick Adriaens hennen mede-deijlder enden broeder sonder eenighe contradictie te voldoen op St. Martensdach ierstcomende de summe van 100 carolus guldens.

Was onderteijckent Hendrick Adriaens van Amstel, Jan Adriaens van Amstel, Peter Adriaens van Amstel, noch met seecker merck daer bij geschreven stont dit merck heeft getekent Geraert Adriaens voors qui necsit scribere, Jan Adriaens van Amstel, Handrick Jans, Hielken Adriaens, Cornelis Adriaens, Adrijen Handrickx van Crij,
J: van Griensven s. testis.

Aldus geextraheert bij mij secretaris van Geffen
02-12-1659, Peter Vosch.


Generatie XII

Henricus Petruszn VAN AMSTEL, geboren ca. 1550 te Gemert, overleden op 13-03-1601 te Gemert.
Glasmaker te Geffen en later te Gemert.
Zoon van Petrus Adrianus van Weert van Amstel en Sophia Henricus van Eijnatten (zie generatie 13).

Gehuwd ca. 1580 met

Hilleken Hildegunda Jansdr VAN DE AA, geboren ca. 1553 te Gemert, overleden op 09-09-1634 te Gemert.
Dochter van Jan Gerardsz van der Aa en Elisabeth Jan Marcelis 's Haesen.
Uit dit huwelijk : Adrianus Henricus van Amstel (zie generatie 11).

Generatie XIII

Petrus Adrianus "van Weert" VAN AMSTEL, geboren ca. 1520 te Weert, begraven op 12-12-1579 te Gemert.
Meester glasmaker te Helmond en Gemert, Schepen van Gemert (1579) en Heilige Geestmeester te Gemert (1568-1578).
Zoon van Adriaen Jan Goijardsz "Scrinewerker" Smolders (van Amstel) en Lucia Hendricks Stoven.

Gehuwd vóór 12-12-1551 te Helmond met

Sophia Hendriksdr VAN EIJNATTEN, geboren ca. 1515 te Gemert, overleden na 12-12-1579 te Gemert.
Dochter van Henrick (Hendrik) van Eijnatten (zie generatie 14) en Maria Jan Evertsdr van Haendel.

Uit dit huwelijk : Henricus Petruszn van Amstel (zie generatie 12).

Peter Adrianus "van Weert" Van Amstel komt ten minste dertig keer voor in diverse schepenprotocollen van Helmond en Gemert. Details van twee van deze akten-protocollen zijn :
14-11-1566 Gemert : Heer Henrick van Eynatten, pastoor te Nistelrode, verkoopt aan Laureis Eynhouts en aan Jenneken van Aken, zijn huisvrouw, een huis, hof en erf te Gemert. Meester Peter Adriaensz. van Weert [van Amstel], als man van Sophia, zuster van Heer Henrick van Eynatten [pastoor] vernadert het huis en transporteert het op zijn beurt aan Laureis Eynhouts. (Bron : Gemert, los blad in R 107, hoort bij R 108).
12-12-1579 Gemert : Mr. Peter Adriaensz. en Sophia, zijn huisvrouw, zij ziek te bedde liggende, testeren wederzijds op de langstlevende Corstiaen Adriaenssen, hebben vijftig gulden vermaakt aan ieder van hun kinderen. Sophia vermaakt aan haar dochter Meriken al haar kleren, maar de beste riem krijgt Tibout, haar broer. Alle overige goe-deren moeten gelijkelijk worden verdeeld. Henrick, hun oudste zoon [zie generatie 12], stemt daarin toe. (Bron : Gemert, R 110).

Petrus Adrianus "van Weert" van Amstel behoort tot het geslacht VAN AMSTEL. De familie Van Amstel was een middeleeuws "Ministeriaal" (personen aan wie een belangrijke post in bestuur en leger werd toevertrouwd) en in de Late Middeleeuwen gingen zij op in de ridderstand, het stadspatriciaat en de landadel. Daarna werd het een adellijk geslacht dat het Amstelland ontgon en over het gebied regeerde in naam van de bisschop van Utrecht en later de graaf van Holland.

Het geslacht is beter bekend als de "Heren van Amstel", ook "Heeren van Aemstel" en zijn afstammelingen van Gijsbrecht IV van Amstel, die in 1296 betrokken was bij de moord op Floris V, graaf van Holland. Als gevolg van zijn deelname aan de staatsgreep tegen Floris V werd Gijsbrecht verbannen en werden zijn goederen verbeurd verklaard. Hij vluchtte naar 's-Hertogenbosch, de noordelijke grensstad van het hertogdom Brabant, waar hij hertogelijke bescherming genoot en materiele ondersteuning ontving van zijn invloedrijke neef Jan I van Cuijk. De rest van zijn leven bracht Gijsbrecht hier in ballingschap door, later was hij in de omgeving van Oss gevestigd. Gijsbrechts zoon, Jan I, probeerde tevergeefs om de rechten op de geconfisqueerde leengoederen te herstellen. Zijn nazaten konden op de duur niet meer aan de verplichtingen van hun stand voldoen en verloren langzamerhand hun maatschappelijke invloed. 

Een ander bekend familielid is de bekende zeevaarder en -held Jan van Amstel. Jan werd in het Brabantse Gemert geboren. Hij werd daar op 12 december 1618 in de parochiekerk gedoopt als zoon van Hendrik van Amstel, glazenmaker en brouwer, en Anneke van Grinsven. Zijn vader Hendrik is de broer van Adrianus Henricus van Amstel (zie generatie 11).
Hij heeft het gebracht tot Kapitein onder de admiralen Cornelis Tromp (zoon van de vermaarde Maarten Tromp) en Michiel de Ruiter. In juni 1658 voerde hij als luitenant-kapitein het bevel over de "Hilversum", een van de 24 schepen die onder commando van Michiel de Ruyter naar Portugal voeren. De Republiek was in oorlog met dat land. Jan van Amstel verving op deze reis Abraham van der Hulst. In 1659 vertrekt Jan van Amstel als commandant van het schip "De Provinciën" naar Zweden waar hij onder bevel van Michiel de Ruyter in de Zweeds-Nederlandse Oorlog streed tegen de Zweden. Tijdens de Tweede Engelse Oorlog (1665-1667) was Jan van Amstel commandant van het schip "De Vrijheid". Samen met Michiel de Ruyter en Cornelis Tromp vocht hij mee aan de Slag bij Lowestoft. Met de "Tijdverdrijf" voer hij in 1668 naar de Middellandse Zee om de koopvaardijschepen van de Republiek te beschermen tegen zeerovers. Tijdens deze tocht raakte Jan zwaargewond. In 1669 kreeg hij eervol ontslag en vertrok hij naar zijn geboortestreek. Al op 29 september 1669 overleed hij in zijn huis te Schijndel, mogelijk als gevolg van zijn verwondingen. Jan van Amstel werd begraven in de Sint Servatiuskerk in Schijndel, waar zijn grafsteen met daarop een gedicht van Joost van den Vondel nog steeds te bekijken is.


Portret van Jan van Amstel, een gedeelte uit een dubbelportret van Jan van Amstel en zijn tweede vrouw Anna Boxhoorn, geschilderd door Abraham van den Tempel in 1671, olieverf op linnen, Museum Boymans Van Beuningen, Rotterdam.
Rechts zijn grafsteen in de rk-kerk van Schijndel met daarop een gedicht van Joost van den Vondel.


Generatie XIV

Henrick (Hendrik) VAN EIJNATTEN (VAN EYNATTEN), geboren ca. 1485 te Gemert,
begraven op 17 juli 1544 te Gemert in de r.k.-kerk "Voor den hoogen altaer int midden ...".
Ridder van de Duitse Orde, Commandeur van de Commanderij Gemert en Heer van Gemert.
Zoon van Johan III van Eynatten, Heer van Neubourg, Gulpen en Margraten, geboren in 1460 te Eijnatten (België), overleden ca. 1519 te Bolland (Hervé - België) en van Maria Van Brandenbourg - Bolland, Vrouwe van Bolland en Julemont, geboren in 1465 op kasteel Bolland, overleden op 28-01-1534 te Bolland.

Ondanks dat Henrick als monnik de gelofde van kuisheid had gedaan, leefde hij
in concubinaat "een langdurende samenleving in ongehuwde staat" met

Maria Jan Evertsdochter VAN HAENDEL, gedoopt op 24-11-1490 te Gemert, overleden ca. 1550 te Gemert. Dochter van Jan Evertsen van Haendel en Sophie Goyart van Lanckveld.

Uit deze relatie : Acht kinderen, waaronder Sophia Hendriksdr van Eijnatten (zie generatie 13).
Deze kinderen hadden allen de familienaam Van Eijnatten, maar kregen geen adellijke titel.

Een gedeelte uit een18e eeuws document met de inscripties van zerken die in de rk-kerk van Gemert destijds voorkwamen. Hierin is vermeld :
"Voor den hoogen altaer int midden ... Hier ligt begraven Henrick van Eijnatten, Duits commandeur van Gemert, gestorven op 17 juli 1544. Bid voor zijn ziel".
De zerk van Henrick is rond 1830 uit de kerk verwijderd, zo ook de andere zerken.
Bron : Heemkundekring van Gemert


HENRICK VAN EIJNATTEN
werd geboren ca. 1485 te Gemert als zoon van Johan III van Eynatten, Heer van Neubourg, Gulpen en Margraten, geboren in 1460 te Eijnatten (België), overleden ca. 1519 te Bolland (in het Land van Hervé - België) en van Maria Van Brandenbourg - Bolland, Vrouwe van Bolland en Julemont, geboren in 1465 op kasteel Bolland, overleden op 28-01-1534 te Bolland.

Henrick was Ridder van de Duitse Orde en van 1512 tot 1544 Commandeur van de Commanderij te Gemert. De oudste vermelding van hem als Commandeur van Gemert is aangetroffen in een Schepenakte van 21-02-1515. In die hoedanigheid werd hij op 17 juli 1544 te Gemert begraven in de rooms katholieke Duitse Orde-kerk "Voor den hoogen altaer int midden".

De Duitse Orde ontstond in 1189 als een gemeenschap van monniken. Op het gezagvoerende hoogste niveau waren het monniken van hoogadellijke afkomst die een kloostergelofte hadden gedaan van armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid. Tot hen behoorden monniken-priesters, die een zielzorgtaak hadden en daartoe gewijd waren. Daaronder zijn er de dienstbroeders die zonder wijding en met alleen een gelofte tot dienstbaarheid werden aangesteld. De Duitse Orde was regionaal georganiseerd in balijen. Aan het hoofd van deze balijen stond een landscommandeur. Een balije bestond uit een hoofdhuis zoals Alden Biesen in België en een aantal door commandeurs beheerde Huizen, zoals het door Henrick van Eijnatten beheerde Commanderij in het Kasteel te Gemert. In zo'n Huis woonden de leden die te verdelen waren in ridderbroeders, de grootste groep, priester- broeders en de leken-broeders. De ridders moesten in beginsel hun bezittingen en nalatenschap afstaan aan de orde, vanwege hun gelofte van armoede. In de latere eeuwen begonnen de commandeurs zich niet meer aan deze gelofte te houden en ook niet aan het van hen verwachte celibaat.

Ridder Henrick van Eijnatten leefde in een tijd waarin kerkelijke regels meer als een hemels doel dan als alledaagse plicht werd gezien. Ondanks dat Hendrick de gelofte van kuisheid had afgelegd, leefde hij te Gemert in concubinaat met Maria Jan Evertsdochter van Handel, gedoopt te Gemert als dochter van Jan Evertsen van Haendel en Sophie Goyart van Lanckveld. Hij verwekte bij haar een grote schare nakomelingen. Het waren liefst acht kinderen : Hendrik, Jan, Barbara, Margriet, Jenneke, dan kwam Sophia - zie generatie 13, Anna en Maria. Ook al waren de kinderen buitenechtelijk verwekt, toch kregen zij allen de familienaam Van Eijnatten, maar geen adellijke titel. Maria van Handel woonde met haar commandeurskinderen niet op het kasteel, maar in een omgracht pand vlak achter het kasteel, dat in 1587 door de Duitse Orde zou worden aangekocht om te dienen als de Latijnse School.

Commandeur Henrick hield zich dan niet geheel aan de regels van de Duitse Orde, dat nam niet weg dat hij tot in verre omtrek in hoog aanzien stond. Zo hoog zelfs dat men hem in 1539 signaleerde in het gevolg van Maria van Hongarije, de zus van keizer Karel de Vijfde, toen deze haar plechtige intocht hield in 's Hertogenbosch als regentes over De Nederlanden.

Henrick, de oudste zoon van commandeur Henrick van Eijnatten en genoemd naar zijn vader, werd later pastoor van de parochie Nistelrode. Deze parochie viel ook onder het beheer van de Commanderij Gemert zodat ook deze Henrick als Duits-Orde-priester op het kasteel in Gemert woonde.
Na het overlijden van Henrick (senior)in 1544 wordt er geen nieuwe commandeur aangesteld, maar een beheerder. De eerstvolgende commandeur van Gemert is opnieuw een telg uit het geslacht Van Eijnatten, te weten ene Wijnand. Pas in 1550 trad ridder Wijnand van Eijnatten toe tot de Duitse Orde. Tien jaar later wordt hij officieel benoemd tot commandeur van Gemert. Zijn regeerperiode duurde tien jaar en in die periode heeft hij bij de brouwersdochter Catelijn Valckx vijf kinderen gekregen. Ook dit gezin woonde in dezelfde omgrachte woning als Maria Jan Evertsdr van Handel. Zoals Henrick werd ook Wijnant van Eijnatten na zijn overlijden op 25 mei 1570 bijgezet in de kerk van Gemert "Voor den hoogen altaar aen rechte zijde".
Het lijkt wel of de familie Van Eijnatten recht had op het commandeurschap van Gemert, want al eerder (in 1482 of 1483) werd ene Jan Mathliaen van Eijnatten daar commandeur. Twintig jaar later promoveerde hij tot Lands-commandeur van Alden Biesen (België), maar hij bleef tot aan zijn dood in 1512 ook commandeur van Gemert.

Van commandeur Henrick van Eijnatten is verder niet veel bekend, dan dat hij in de jaren 1543-1544 de opdrachtgever was van de bouw van een tweede windmolen op het kruispunt van wegen te Gemert. Het was een standaardmolen, een zogenaamde onderkruier, met de naam "het Zoutvat". Met behulp van een forse staartbalk kon de hele molenkast worden gedraaid en zo op de wind worden gezet. In oktober 1544 werd de molen officieel in gebruik genomen, hiervan is een verslag bewaard gebleven. De eerste zak met meel was voor Henrick van Hochkercken, namens de Duitse Orde, de tweede zak was voor commandeur Henrick van Eynatten en de derde zak was voor ene Goyart Moeyen. De ceremonie vond echter plaats kort ná het overlijden van Hendrick. De standaardmolen werd door de Duitse Orde verpacht, samen met molen "de Beer" en het molenhuis, dat daar-naast stond. Bij het opheffen van de Duitse Orde werden al haar bezittingen genationaliseerd. In 1833 kocht Adriaan van Riemsdijk de goederen van de Orde, inclusief de molen "het Zoutvat". In 1917 brandde deze molen tot de grond toe af en werd niet meer herbouwd.

Het kasteel van Gemert in 1650.

Het geslacht VAN EIJNATTEN, ook VAN EYNATTEN ofwel "von Enatten" wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde uit 1213. Het geslacht werd op 2 mei 1827 door koning Frederik Willem III van Pruisen opgenomen in de adelstand van het Koninkrijk Pruisen. Johann von Eynatten, vermeld in 1398, is de stamvader van de huidige Limburgse tak en de lijnen Gulpen (Neubourg) en Nuth (Reijmersbeek). Door vererving wordt hij heer van de heerlijkheid Gulpen en Margraten.

Enkele bekende leden van het geslacht VAN EIJNATTEN, behalve de stamvader Johann, zijn :
Jan van Eijnatten werd waarschijnlijk geboren op het kasteel van Obsinnich in de Belgische Voerstreek, dat zijn vader had geërfd. De familie van zijn moeder, de Van Mulkens, was een oud magistratengeslacht in Maastricht. Hij was doctor in de rechten, maar onbekend is waar hij studeerde. In 1480 werd hij kanunnik van het Sint-Lambertuskapittel in Luik en in 1482 van het Sint-Servaaskapittel in Maastricht. In datzelfde jaar ontving hij zijn priesterwijding. Een jaar later moest hij zich terugtrekken als kandidaat voor abt van Sint-Truiden, omdat hij te jong werd bevonden. In juni 1485 werd hij in de Sint Servaaskerk geïnstalleerd als proost. Van Eynatten was tevens kanunnik van Sint Goedele in Brussel (1489-1495), deken van Onze Lieve Vrouwe in Kortrijk en was hij raadsman van zowel keizer Maximiliaan van Oostenrijk als diens zoon Filips de Schone. Over het sterfjaar van Jan van Eynatten bestaat onduidelijkheid. Volgens sommige bronnen overleed hij in 1506, maar zijn gedenksteen in de kerk vermeldt het jaartal 1530. Als vereerder van de heilige Servatius werd hij in de Sint Servaas-kerk begraven, in medio ecclesiae, vlak bij het graf van de heilige.
Maximilian van Eynatten regeerde van 1504 tot aan zijn overlijden in 1512 als landscommandeur van de Duitse Orde in de balije Alden Biezen (B) en als commandeur van Gemert. Wijnand van Eijnatten en Henrick van Eijnatten waren beiden commandeur van de orde in de heerlijkheid en commanderij Gemert. Johan von Eynatten zu Opsinnich (1577-1648) was commandeur van Sint-Pieters-Voeren en Gruitrode (B).

Titels voor leden van de familie VAN EIJNATTEN, waren onder meer :
Heer van de heerlijkheid Neubourg, Gulpen en Margraten
Heer van de heerlijkheid Reymersbeek bij Nagelbeek (van 1450 tot 1809)
Heer van de heerlijkheid Nuth (verwerving in 1626)
Lid van de Ridderschap van het Land van Valkenburg (1600, 1623 en 1625)
L
id van het Ridderschap van het Land van 's-Hertogenrade (1600).
Op 16 augustus 1635 verheft Keizer Ferdinant II van Wenen het geslacht in de Reichsfreiherrenstand. Wijnand van Eynatten (1588-1637) noemt zich "edler Freiherr und Panierherr zu Neuerburg".

Bezittingen van de familie VAN EIJNATTEN, zij bezaten onder andere de volgende kastelen en adellijke huizen :
- Kasteel Neubourg te Gulpen (1398-1664 en 1699-1716),
- Hoeve en Hoogteburcht Lichtenberg (nu kasteelruïne) te Maastricht - Sint Pieter (1439-1659),
- Kasteel Nijswiller te Nijswiller (ca.1505-1587),
- Kasteel Reymersbeek te Nuth (1450-1809),
- Kasteel Rivieren te Voerendaal (1663-1686),
- Huize Kunrade te Voerendaal (1642-1659),
- Huize Peerboom te Voerendaal (15e eeuw-1809),
- Kasteel Obsinnich te Obsinnich België (15e eeuw) en
- Kasteel Daelenbroek te Herkenbosch (1622-1743).

Familie verwantschap VAN EIJNATTEN, er is een parentage bekend met de familie VAN HOENSBROEK :
Herman van Eijnatten, een oom van Henrick van Eijnatten (zie generatie 14),broer van vaderskant, werd geboren in 1450 als zoon van Johan II van Eynatten en Alida Bock. Hij huwde op 31-05-1483 met de adellijke Alida Hoen de Hoensbroek, geboren in 1450 als dochter van Johan Hoen de Hoensbroek en van Maria van Buren. Alida Hoen de Hoensbroek overleed in 1511.


Het familiewapen van “Van Eijnatten”.

Het wapenschild : in zilver een rode schuinbalk vergezeld van zes rode merletten (eenden), zoomsgewijs geplaatst.

Dekkleden : in zilver en rood.

Helmteken : een merlet, geplaatst op een rode muts met zilveren opslag, tussen twee zilveren buffelhorens, die ter rechterzijde beladen met drie rode rechterschuinbalken, die ter linkerzijde met drie rode linkerschuinbalken.

Wapenspreuk : "Enatent vel evolent".