Genetische genealogie

Genetische genealogie biedt de mogelijkheid familierelaties vast te stellen die niet via archiefonderzoek vastgesteld kunnen worden en biedt tevens  de mogelijkheid om die familierelaties die wel via geschreven bronnen vastgesteld kunnen worden biologisch te bevestigen. In het kader van het 125-jarig bestaan van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde in 2008 werd het landelijke  project "Genetische Genealogie in Nederland" uitgevoerd. Er hadden zich 410 mensen aangemeld voor deelname aan het project, een groot aantal.

In het artikel met de titel “Deelnemers gevraagd”  in het maandblad ‘Gens Nostra’ van de Nederlandse Genealogische Vereniging, nummer 11 van  november 2007, werden mensen opgeroepen om zich op te geven als deelnemer aan het project. Het project bestond uit het verzamelen van zowel genetisch als genealogisch materiaal van de deelnemende Nederlanders via het afnemen van wangslijm (middels het eenvoudig schrapen met een stokje van de binnenkant van de wang). Daarbij werd gekozen voor het verzamelen van de erfelijke informatie over het Y-chromosoom, deze is altijd van
de vader afkomstig en wordt in principe één op één doorgegeven. Kortom het Y-chromosoom van een vader en zoon zijn nagenoeg geheel identiek. Ook over meerdere generaties blijft het Y-chromosoom vele gelijke kenmerken houden. De kleine mutaties die optreden helpen de “stamboom” op te bouwen. Dit maakt het onderzoek naar het chromosoom bij uitstek geschikt om gekoppeld te worden aan genealogisch onderzoek.
Een hieruit voortvloeiend nadeel is dat het onderzoek naar het Y-chromosoom alleen maar gedaan kan worden met behulp van mannelijke donoren. Door middel van dit onderzoek werd de haplogroep van de deelnemer vastgesteld; het grotere familieverband, de “stam”, waar de familie uit afkomstig is.  Zo kan ook min of meer vastgesteld worden welk traject over de wereld de voorouders in de stamreeks in de afgelopen duizenden jaren hebben afgelegd.  De 16 markers op het Y-chromosoom die werden onderzocht geven aan welke andere families tot dezelfde familie of mannelijke stamreeks behoren.  Het onderzoek werd uitgevoerd door het Forensisch Laboratorium van de Rijksuniversiteit Leiden onder leiding van Professor Peter de Knijff. De werkgroep “Projectgroep Genetische Genealogie in Nederland” koos voor dit instituut vanwege de hoogstaande kwaliteit van het onderzoek.  De innamedag van het wangslijm werd uitgevoerd in het Lipsiusgebouw van de Rijksuniversiteit Leiden en de resultaten van het onderzoek  werden vervolgens vastgelegd in een 405 pagina's dik boek met de titel "Zonen van Adam in Nederland".

Deelname familie Dirckx - Dirks - Dirkx
Binnen de familie Dirckx - Dirks - Dirkx waren er twee deelnemers aan het project. Deze waren Izaak Pieter (Jacques) Dirkx uit Genève - Zwitserland en  Henricus Maria Hubertus (Henk) Dirks uit Hoensbroek. Zij behoren beiden tot de Haplogroep R1b3. De resultaten van de markers op het Y-chromosoom van dit DNA-onderzoek worden vanwege de privacy niet weergegeven.

 

Het genetisch en genealogisch materiaal van de deelnemende
Nederlanders
staan in het boek "Zonen van Adam in Nederland".

ZONEN VAN ADAM IN NEDERLAND
Genetische genealogie : een zoektocht in ons DNA-archief

door : S.Barjesteh van Waalwijk van Doorn-Khosrovani
L.A.F.Barjesteh van Waalwijk van Doorn
A.W.J.M. van Gestel én F.X.Plooij

Het project "Genetische Genealogie in Nederland"
werd uitgevoerd onder auspiciën van :
Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde
Nederlands Genealogische Vereniging en de
Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie 'Ons Voorgeslacht'

ZONEN VAN ADAM IN NEDERLAND
Uitgave : Uitgeversmaatschappij Barjesteh van Waalwijk van Doorn & Co's 
Uitgifte : Rotterdam en Gronsveld 2008

ISBN 97890-5613-9407


Resultaten onderzoek : genetische genealogie
2008
De verdeling (afgerond) van haplogroepen in Nederland op basis van de 410 deelnemers is als volgt :
R1b3   50%
I           33%
J             5%
G           4%
E            3%
R1a       3%
K            1%

R1b3 komt vooral voor op de zandgronden in het binnenland. De stamboomanalyse van haplogroep R1b3 toont dicht bijeen gelegen haplotypen; dit wijst op een nauwe verwantschap; wellicht zijn de verschillen in Nederland ontstaan en zijn de R1b3-voorvaderen als groep Nederland binnengekomen. Door het DNA-onderzoek wordt een aantal verwantschappen op grond van archiefonderzoek bevestigd en dit geldt ook voor een aantal vermoedens van verwantschap. In één geval blijkt, dat één van de wettige vaders volgens het archiefonderzoek niet de biologische vader kan zijn. Dat een gelijke familienaam niet persé een gemeenschappelijke voorvader inhoudt, blijkt meerdere malen. Over een vondeling leerde het DNA-onderzoek de nakomelingen als relevante informatie, dat deze tot een in Nederland zeldzame haplogroep behoort.